Nieuws

Onderzoek bevestigt bestaan territoriale leveringsbeperkingen en de noodzaak voor oplossingen

Europese fabrikanten en leveranciers belemmeren ondernemers zoals winkels om hun inkopen over de grens te doen. Deze zogenoemde territoriale leveringsbeperkingen (TLB’s) leiden in Nederland bovendien tot een hogere consumentenprijs, een lagere winstmarge voor ondernemers en een beperkter productaanbod. Dat blijkt uit een onafhankelijk onderzoek in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) dat door minister Micky Adriaansens naar de Tweede Kamer is gestuurd. Leden van de RND zijn positief over de uitkomsten van het onderzoek in Nederland.

Uit eerder onderzoek van de Europese Commissie bleek al dat territoriale leveringsbeperkingen (TLB’s) ervoor zorgen dat Europese consumenten elk jaar minstens €14 miljard euro teveel betalen voor aankopen in de detailhandel in Europa. Uit het vandaag gepubliceerde onderzoek van onderzoeksbureau Ecorys blijkt dat TLB’s ook in Nederland bestaan en voorkomen binnen de gehele detailhandel.

Volgens detailhandelaren in het Ecorys-onderzoek, dat in opdracht van het ministerie van EZK is uitgevoerd, komen inkoopbeperkingen voor tot wel 1 op de 25 door hen ingekochte goederen (2-4%). Voor deze groep producten kan dit leiden tot een inkoopprijs die gemiddeld 10% hoger ligt. TLB’s zijn breed te vinden bij doe-het-zelfzaken, supermarkten, drogisterijen en online platforms. De onderzoekers concluderen dat TLB’s zich vooral voordoen bij de inkoop van producten van grotere merken (“A-merken”) en niet of in mindere mate bij huismerken of merkloze producten. De RND onderschrijft de conclusies van de minister dat een oplossing is om op EU-niveau een Business-to-Business (B2B) variant van de Geoblocking Verordening in te voeren. Dit houdt een verbod in op het discrimineren naar vestigingsplaats in het handelsverkeer tussen bedrijven.

De RND vindt het goed dat de minister onderzoek heeft laten doen naar de effecten van TLB’s in Nederland. Dat was noodzakelijk, want na dertig jaar Europese markt blijkt dat deze nog niet goed genoeg functioneert. Uit het onderzoek blijkt dat de gevolgen van TLB’s drieledig zijn in Nederland:

  • de consumentenprijs stijgt,
  • het aanbod van producten wordt beperkter, en
  • de winstmarges van fabrikanten stijgen.

Consumenten betalen onnodig hogere prijzen

De winkelketens aangesloten bij de RND merken al langere tijd dat zij niet overal vrij kunnen inkopen op de interne markt in de EU, met als gevolg dat ook consumenten daardoor onnodig hogere prijzen voor hun aankopen betalen dan in andere landen binnen de EU. In sommige gevallen zijn producten hierdoor zelfs helemaal niet verkrijgbaar. MKB-winkeliers in de winkelstraat merken daar doorgaans minder van omdat zij vaak maar één winkel hebben en niet ook winkels in het buitenland, waardoor ze in het buitenland inkopen voor andere prijzen dan in Nederland. Door de internationale groei merkten winkelketens de afgelopen jaren steeds meer dat fabrikanten verschillende verkoopprijzen hanteren in verschillende landen voor producten die nota bene uit dezelfde fabriek kwamen. En waar dus hogere huren, hogere grondstofkosten en hogere arbeidskosten geen rol kunnen spelen.

Het probleem moet volgens onderzoekers en minister vooral op Europees niveau worden opgelost

Het vandaag gepubliceerde rapport is een prima start. De RND blijft aandringen om zo snel en effectief als mogelijk maatregelen te nemen om TLB’s op Europees niveau te voorkomen en één interne markt te realiseren die voor iedereen – zowel voor consumenten als voor ondernemers - werkt. De RND stelt daarom de volgende twee oplossingsrichtingen voor:

  • Een B2B Geoblocking Verordening op EU niveau: Nu is het zo dat op Europees nivea met de B2C Geoblocking wetgeving is vastgelegd dat een consument overal in Europa online moet kunnen kopen als de webshop zich ook richt op het land van herkomst van de consument. "Omleiden" naar de webshop van het land van de consument mag niet meer. Maar de consument moet dan wel zelf zorgen voor vervoer. Wat nu nosig is is, is een Business-to-Business (B2B) Geoblocking Verordening in het verlengde van de B2C-Geoblocking Verordening. Deze kan consumenten veel voordeel bieden omdat winkelprijzen verder kunnen dalen. Wat de RND betreft is dit de meest noodzakelijke oplossing. Deze verordening zou discriminatie door grote fabrikanten op basis van de vestigingsplaats van de detailhandelaar in de interne markt verbieden en het vrije verkeer van goederen pas écht garanderen.
  • Het ‘EU-proof’ maken van labels: zorg voor een verplichting voor etikettering die voldoet aan de eisen van alle EU-lidstaten. Als bijvoorbeeld labels in Nederlands, Duits en Frans zijn, wordt 40% van heel Europa al afgedekt. En als QR-codes mogen, nog veel meer! Op deze manier wordt het ook voor producenten en importeurs eenvoudiger om hun producten in heel de Europese Unie te verkopen. En kunnen winkeliers tegelijk in meer landen in de EU hun producten inkopen.

Neem meer obstakels weg in de interne markt na 30 jaar

De RND roept de Nederlandse regering op om zich bij de Europese Commissie hard te maken voor Europese wetgeving om B2B-geoblocking tegen te gaan en etiketteringseisen binnen Europa te harmoniseren.

Tenslotte doet de RND een dringende oproep aan de Europese Commissie en het Europees Parlement. Volgend jaar zijn er weer Europese verkiezingen. Neem het tegengaan van territoriale handelsbelemmeringen op in verkiezingsprogramma’s! Lagere consumentenprijzen kunnen miljarden euro's voordeel opleveren.

En als we toch bezig zijn: kijk daarnaast goed naar een mogelijke uitzondering voor het handels-ecosysteem in de nieuwe Verordening voor Betaaltermijnen. Immers, als winkeliers straks alle facturen binnen 30 dagen moeten betalen zoals de Commissie nu wil, vloeit al dat geld nog sneller naar de zakken van dezelfde merkfabrikanten waar we het hier over hebben en niet naar het mkb. Immers, groot- en tussenhandelaren – die typisch mkb zijn qua grootte – zullen ‘hun’ 30 dagen moeten doorzetten richting de grotere fabrikanten, die mkb-dochterondernemingen hebben in alle Europese landen. Winkeliers in Europa hebben als gevolg van de snellere betalingen €150 miljard extra werkkapitaal nodig, wat ruim € 10 miljard per jaar extra gaat kosten – als iemand al bereid is om voorraden te financieren – wat nu nog IN het handels-ecosysteem wordt opgelost door te werken met aanbetalingen bij bestellen, kortingen bij snelle betalingen en latere betalingen om winkeliers de kans te geven genoeg cash te genereren om het laatste deel van de inkoopfactuur überhaupt te kunnen betalen.